De hypochonder en het verstand

De hypochonder in mij is altijd in voor een nieuw onderzoek en voor een beetje geruststelling. Het verstand weet vaak wel beter, dus die twee voeren nogal eens strijd. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij een bezoek aan de bedrijfsarts.

De bezoeken aan de bedrijfsarts vond ik één van de spannendste dingen na mijn ziekmelding. Ik was in het begin bang dat ze me terug naar mijn werk zou sturen, terwijl ik aan alles voelde dat ik daar nog lang niet aan toe was.

Ik trof gelukkig een bedrijfsarts die misschien nog wel beter dan ik in de gaten had hoe ik in elkaar zat. Deze arts prikte door me heen, betrapte me gelijk op toneelspel, kreeg me aan het huilen en stelde me gerust. Ze luisterde naar me, vroeg de juiste dingen en concludeerde dat ik vooral eerst maar eens beter moest worden. “Het belangrijkste is dat jij hier weer uit komt.” Opgelucht verliet ik na die eerste ontmoeting het gebouw. Deze arts begreep het en zette mijn herstel voorop.

Toch bleven de ontmoetingen spannend voor mij, ook al zei ze steeds dat dat niet nodig was. En het heeft even geduurd, maar inmiddels zie ik wel in dat ze écht het goede voor me aan het zoeken is.

Ik vertelde de bedrijfsarts dat ik zo vreselijk veel slaap. Zeker toen ik net thuis was, sliep ik ’s nachts vaak minstens tien uur. Ook ’s middags sliep ik dan nog minstens anderhalf uur. Ze concludeerde dat ik dus vaak meer dan de helft van de dag aan het slapen was.

Die vermoeidheid was iets waar ik al jaren last van had. Toen ik nog werkte, kon ik er alleen niet aan toegeven en dus ging ik maar door en door en door.

Omdat de vermoeidheid me al jaren zo bang maakte, had de hypochonder in mij al honderd keer aan de huisarts gevraagd wat er toch met me aan de hand was. Dat was volgens alle artsen die er al eens onderzoek naar hadden gedaan niet duidelijk. Nouja, lichamelijk was er niets aan te tonen, dus was het voor hen wél duidelijk: Ik was oververmoeid. Mijn psychische problemen zorgden voor mijn extreme vermoeidheid. Ik wilde dat nooit accepteren en vroeg keer op keer om nieuw bloedonderzoek. Dat kreeg ik uiteraard lang niet altijd, want ja, alles was al heel vaak gecheckt en nooit verklaarden de uitslagen mijn vermoeidheid.

Toen zat ik dus op een dag bij de bedrijfsarts. Ik had inmiddels zelf geaccepteerd dat mijn vermoeidheid toch echt veroorzaakt werd door mijn psychische problemen. Zij dacht er echter anders over. “Ik wil lichamelijke oorzaken uitsluiten. Kun je je huisarts vragen om bloedonderzoek bij je te doen?” Jaaaaa! Dat wil ik! Lekker weer prikken, riep de hypochonder in mij. Lichamelijke oorzaken uitsluiten is míjn tekst, vond de hypochonder ook. Maar ik zei iets heel anders. Nu iemand anders mijn denkbeelden aan het verwoorden was, was ik opeens één en al verstandigheid: “Nou, dat is allemaal al uitgezocht hoor,” zei ik. Maar ze wilde het graag toch nog een keer laten doen.

Ik ging naar de huisarts en vroeg om bloedonderzoek, maar gaf aan dat ik zelf dacht dat het niet echt nodig was. “Dat zijn mijn teksten hè, die van de arbo.” Dat was grappig. De huisarts zag het ook gebeuren. Normaal maak ik me zorgen en wil ik onderzoek. Nu wilde een ander onderzoek en werd ineens het verstand sterker dan de hypochondrie. Toch stemde de huisarts in met onderzoek. En ik? Stiekem baalde ik. Ik vond mezelf namelijk net zo vreselijk stoer dat ik het niet nodig vond. Tja, ik heb het geloof ik eerder gezegd, maar die hypochonder in mij is een ingewikkelde patiënt.

8 gedachten over “De hypochonder en het verstand

  1. Wonderlijk hoe een mens in elkaar kan zitten. Ik vind je bedrijfsarts wel heel betrouwbaar en gedegen klinken. En zo’n bloedonderzoek kan nooit kwaad.

    Like

    1. In mijn geval kon het stiekem wel een beetje kwaad, want ik vond dat de uitslag niet goed was en de huisarts vond van wel. Dus ja, ik had dat helemaal niet willen weten. Zucht…

      Like

  2. Ja, ik stuur soms ook op bepaalde dingen aan zodat er weer een fotootje gemaakt kan worden.
    Ben ik dan ook een beetje een hypochonder?
    Heb het zelf nooit zo bekeken, ik vond en vind dat ik er alle reden voor heb 🙂

    Like

    1. Maar natuurlijk zijn er altijd zat redenen. Vind ik ook hoor. Dokters snappen ’t gewoon niet 😉.

      Like

Reacties zijn gesloten.