Open brief aan wielrenners

Beste wielrenner,

Laat ik deze brief positief beginnen. Ik heb namelijk heel veel respect voor wat je doet. Jij als echte wielerliefhebber fietst door weer en wind over de Nederlandse wegen. Ik heb er respect voor dat je jezelf keer op keer in dat pakje hijst, want dat kan gewoon niet lekker zitten. Maar je doet ‘t. En jij, verstandige wielrenner, draagt een helm.

Kilometer na kilometer glijd je over de wegen. Je fiets is misschien wel duurder dan je auto en is je grootste trots. Je zorgt er dan ook goed voor.

Al die dingen, beste wielrenner, ik heb er respect voor, echt waar. Ik snap er de lol ook van, zeker weten. Ik heb het zelf nooit gedaan, maar dat komt vooral omdat ik mezelf niet in zo’n pakje durf te vertonen enzo. Mijn familie bestaat voor een groot deel uit wielrenners, maar hoe graag ik soms ook zou willen, mij hebben ze nog niet over kunnen halen.

Toch moet me ook iets van het hart. Op zo’n wielrenfiets zit je gewoon in de buitenlucht. Geen dichte ramen en een airco. Waarom moeten jullie wielrenners altijd zo vréselijk hard praten? Ik hoor jullie altijd al van verre. Dan hoor ik een hoop geschreeuw en weet ik dat er wielrenners in aantocht zijn.

Als jullie in een groep fietsen, waarschuwen jullie elkaar voor paaltjes en wandelaars en dat vind ik dan wel weer positief. Maar gewoon dat gesprek over die promotie op je werk, dat kan toch misschien wel wat zachter?

Dan richt ik me nu even tot jou, de wielrenner die me nog niet zo lang geleden passeerde. Je was goed bezig. Je had mijn respect. Je had je helm en je zonnebril op en jezelf in zo’n pakje gehesen en hoewel je daarmee mijn respect verdiende, zorgde dat er ook voor dat ik je niet herkende. Jij herkende mij wel. Er is daar geen voetpad, dus sorry, ik moest een beetje op jouw route lopen. Maar beste wielrenner, ik herkende je niet met helm en zonnebril en gek pakje, maar ik hoorde je wel. En als jij dan na het passeren van mij aan je maten verkondigt: “Dat was juf Naomi, die zag er ook niet vrolijk uit,” dan hoor ik dat dus.

Zal ik het je even uitleggen? Nogmaals, je zit niet in een auto met dichte ramen en airco. En ik ben niet doof en had in tegenstelling tot jou géén zonnebril op. Ik keek dus tegen de zon in en chagrijnig staat m’n hoofd ’t lekkerst. Maar eerlijk? Zo’n opmerking van jou helpt dan niet echt, vooral niet omdat ik me maar blijf afvragen wie je was (het is duidelijk dat ik oudergesprekken met je gevoerd moet hebben). Voortaan dus toch misschien een beetje nadenken voor je wat roept?

14 gedachten over “Open brief aan wielrenners

  1. Yes yes yes jij dappere dodo, als ik zo vrij mag zijn. Heerlijk jouw schrijftoon. Weet je wat grappig is, ik bedenk me ineens hoe ik schrik van hard geluid over het derailleur-geluid heen. Wielrenners in een forse groep en de captain die schreeuwt FIESTER!!. Ik vlieg al dagdromende van schrik bijna van mijn fiets. Ikzelf weet dat ik heeeeel luid kan roepen als het noodzakelijk is, dus van dat talent maak ik in een split-second gebruik. Niet aan te ontkomen en voor enige seconden voelde het alsof de wielerwereld implodeerde, verstomde. Zo’n BRUL hadden ze nog nooit gehoord. Doordat ik in de pikorde gestegen ben, zijn ze dus even helemaal STIL, en een tandje-toon lager sprinten ze van me weg, zoals ze dat waarschijnlijk nog nooit gedaan hebben haha…. en wat had ik een lol!

    Like

    1. Nou eh…ik moet zeggen dat ik in de auto ook wel eens iets kan roepen over andere weggebruikers, maar op de fiets overkomt me dat toch niet hoor.

      Like

  2. Pfff, wat stom, zeg. Ik vind wielrenners ook vaak irritant, en dan vooral omdat er nogal wat groepen en individuen zijn die zichzelf zien als een professioneel peloton. Rijden ze midden op de weg, steken ze over als dat levensgevaarlijk is, of ze hebben geen bel en roepen ‘HEE!’, 1,5 seconde voor ze bij je zijn. En dan zijn ze verbaasd dat ik in die tijd niet mijn hond bij me kon roepen…

    Like

    1. Omdat ik nogal wat wielrenners om me heen heb, snap ik het wel. Ik houd ook meestal wel rekening met ze, maar ik zou ’t toch wel fijn vinden als ze wat stiller zijn;). Ik geef toe dat een bel trouwens wel echt honderd bonuspunten oplevert, als ze die hebben.

      Like

  3. Ik vind een groep wielrenners altijd wel leuk, maar ik kom ze dan eigenlijk ook alleen tegen als ik zelf aan het hardlopen ben. Ik geniet van het naderende geluid van pratende fietsers. Maar het is absoluut niet netjes wat die wielrenner over jou zei. Zelfs als je je dag niet zou hebben, hoort zo’n opmerking niet gemaakt te worden. Iedereen is weleens minder vrolijk (al was bij jou de zon gewoon de boosdoener).

    Liefs,
    Marloes

    Like

    1. Toch grappig dat jij juist kunt genieten van het geluid van zo’n naderende groep. Blijft leuk hoe anders iedereen is.

      Like

  4. Ik vind wielrenners vooral irritant. Ze zijn zo nadrukkelijk aanwezig en ik ervaar ze als agressieve weggebruikers die gevaarlijk zijn. Het is net een zwerm wespen!

    Like

    1. Dat snap ik, maar omdat ik ook de verhalen van de wielrenners ken, snap ik hen tegenwoordig ook wat beter;).

      Like

  5. Tja…. ik denk dat menigeen dat ook over mij zou zeggen als ik gewoon buiten loop en met m’n eigen gedachten bezig ben. Dan heb ik echt geen vrolijk hoofd, denk niet dat ik het er moeilijk mee zou hebben als iemand dat zegt. Dat harde praten zal wel vanzelf gaan juist omdát ze niet in een auto zitten je stem kan dan flink verwaaien maar met de wind mee hoor je dat dan heel ver.

    Like

    1. Ja, dat klopt. Maar ik vraag me dan toch altijd af of ik ook zo hard praat op de fiets. Volgens mij niet.

      Like

  6. Ik kan dit ook hebben tijdens het wandelen, vooral de wandelingen met mijn beste vriendin… babbelen en blijven babbelen en geen oog hebben voor de tegenliggers 🙂

    Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.