Overdosis wilskracht

Exact drie jaar geleden meldde ik me ziek. De zomervakantie was net afgelopen en ik had de week voor mijn ziekmelding nog gewerkt, maar ik kon niet meer. De laatste maanden (of misschien zelfs al jaren) had ik gewerkt en geleefd op pure wilskracht. Soms handig, maar soms denk ik dat ik een overdosis wilskracht heb en dat het inzetten daarvan zeer onverstandig kan zijn.

Uitgeput, maar niet uitgestreden

Mijn burn-out heeft jaren ‘gesluimerd’. Langzaam maar zeker werden alle verschijnselen steeds erger en net zo langzaam, maar net zo zeker kwamen er ook andere dingen bij. Ik kreeg een angststoornis en uiteindelijk ook last van depressieve gevoelens en periodes.

Toch werkte ik. Ik meldde me een week na een zomervakantie ziek. Dat klinkt misschien gek, want ik had toch net zes weken vakantie gehad? Dat had ik zeker, maar ik had zes weken paniekerig bedacht: nog vijf weken en dan moet ik er weer staan. Nog vier… enz. Ik voelde namelijk dat ik het niet meer kon. Ik was inmiddels te diep gegaan en had te veel van mezelf gevraagd.

Dat wist ik eigenlijk al een paar maanden voor die bewuste zomervakantie. Ik was totaal uitgeput, maar blijkbaar nog niet uitgestreden. Ik werkte, werkte en werkte. Thuis at ik (vaak beschuit, want niet eens puf om eten op te warmen en ach, beschuit is zo lekker) en daarna ging ik naar bed. De volgende ochtend werd ik dan uitgeput wakker en herhaalde dit patroon zich weer. Ik voelde aan alles dat ik niet meer kon, maar bleef strijden. Op pure wilskracht. Ik maakte het schooljaar af en vertelde mezelf dat ik gewoon alleen maar zomervakantie nodig had.

Het allerlaatste beetje wilskracht

Na de zomervakantie ging ik weer aan het werk. Ik begon in de zesde week van de zomervakantie. Na anderhalf uur stond ik misselijk en duizelig in mijn kantoor. Op. Ik belde mijn psycholoog en hij zei wat ik al wist, maar nog steeds niet had durven toegeven: ik kon niet meer.

Ik wilde het niet horen. Op het allerlaatste beetje wilskracht hield ik vol. Ik werkte die zesde week van de zomervakantie én de eerste week na de vakantie. En ik wist en voelde: het gaat niet. Ik houd niet meer vol. De negatieve gedachten namen de overhand en ik had het niet meer onder controle. Toch gaf ik nog steeds niet op. Blijkbaar zat er nog een klein restantje wilskracht. Aan het einde van die eerste schoolweek zat ik bij mijn psycholoog en zei (eindelijk!) eerlijk dat ik niet meer kon. We maakten een plan. Ik moest het zo zien: in principe kon ik niets, maar wat ik nog wél kon, was mooi meegenomen.

Dat weekend maakte ik een lijstje met al mijn taken. Ik markeerde wat ik echt zelf zou moeten doen en streepte aan wat anderen zouden kunnen overnemen. Maar het was al te laat. De maandagmorgen van mijn tweede schoolweek belde een vriendin de huisarts. Drie uur later zat ik daar. Nog twee uur later liep ik ziek gemeld en totaal overstuur de school uit. Ik ging naar een vriendin en kwam uitgehuild, uitgeput én opgelucht thuis. Ein-de-lijk had ik mijn wilskracht laten verliezen en was ik verstandig. Ik voelde lucht. Ik kon aan herstel gaan werken.

Wat als ik minder wilskracht had?

Soms denk ik: ik heb een overdosis wilskracht. Misschien was het wel beter geweest als ik minder had gehad. Ik denk namelijk dat ik zonder mijn overdosis wilskracht niet zó burn-out was geraakt als nu.

Nog steeds loop ik er soms tegenaan. Toen ik last kreeg van lichamelijke vermoeidheid de afgelopen periode bleef ik maar doorgaan. Ik kon dit, vond ik. Ik moest me niet aanstellen. Ik wist niet meer waar ik verstandig aan deed. En dus zat ik soms totaal uitgeput, met trillende benen en duizelig op de fiets. Want dat is goed voor me. Eh, ja, fietsen is goed voor me, maar geldt dat ook als ik zó moe ben? Toen bleek dat er ook wat bloedwaardes laag waren, werd ik iets milder voor mezelf. Toen ‘mocht’ ik op extreem slechte dagen van mezelf wat kortere rondjes maken. Maar opeens vroeg ik me af: stap ik weer in mijn oude valkuil? Ga ik weer (te) lang door op wilskracht en had ik anders misschien al veel eerder de medicijnen gekregen die ik nodig had? Ik weet het niet. Ik zal het ook nooit weten.

Eén ding weet ik wel. Mijn wilskracht is een kracht en tegelijkertijd een valkuil. Daar ben ik me nu bewust van en daarom trap ik af en toe toch maar even op de rem. Want wilskracht zonder lichamelijke en/of psychische kracht is soms heel handig, maar soms gewoon heel onverstandig.

10 gedachten over “Overdosis wilskracht

  1. Ik ben er ook van overtuigd dat mensen met veel doorzettingsvermogen meer kans hebben om over hun grens te gaan, want het voelt normaal om toch altijd dat extraatje te doen.

    Geliked door 1 persoon

  2. Ik vind dit altijd een lastige. Ik doe ook veel op wilskracht, en het is lastig te bepalen waar de grens ligt en waar wilskracht niet langer gunstig is maar een valkuil.

    Geliked door 1 persoon

  3. Weet je wat het ook lastig maakt? Wij zij zo gewend om onze grenzen te negeren (want ‘dat kan niet te veel voor je zijn!’) dat het ook lastig is om te leren voelen waar die grens ligt. Dat helpt niet als je al een overdosis doorzettingsvermogen hebt 😉

    Like

    1. Klopt. En in mijn geval heeft het ook niet geholpen dat ik soms mijn grenzen wel aangaf, maar dat dat dan genegeerd werd. Dus ja, dan was dit blijkbaar de grens niet? En dan ploeterde ik weer door… Tot ik het weer aangaf, nog steeds de grens niet en weer door…

      Like

      1. Dat komt omdat ‘de meeste mensen’ hun grenzen aangeven als die in zicht komen. Jij en ik (en ik denk Lieze ook) geven onze grens pas aan als we daar minstens zes keer overheen zijn gegaan. Maar aangezien de kans groot is dat ‘de ander’ tot ‘de meeste mensen’ behoort, is de kans ook groot dat die ander er van uit gaat dat jij je grens aangeeft op het moment dat hij/zij/hen dat ook zou doen. Dus die interpreteert het ook zo en handelt ook daarop, in plaats van echt te kijken naar wat jij aangeeft. Dat maakt het ingewikkeld.

        (en dan zeggen ze dat wij een gebrekkige Theory of Mind hebben….).

        Geliked door 1 persoon

  4. Een grens zie je toch pas als je achterom kijkt?
    Of kan dat anders?

    Like

    1. Nou, ik kan ‘m ook wel voor me zien liggen hoor. En dan kun je maar beter remmen. (Als je naar het buitenland rijdt, zie je ook de grens naderen aan de borden😉)

      Like

  5. Ja natuurlijk gaan sterke mensen langer en verder over hun grenzen heen minder sterkte mensen.
    De weg terug is dan ook aanmerkelijk langer, eigenlijk ook wel logisch!

    Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.