
“Dames*, doe elke dag een ketting om.” Ik hoor het mijn tekendocent op de pabo nog zeggen. Hij legde uit dat het voor de kinderen heerlijk is als je elke keer een andere ketting draagt. Dan hebben de kinderen steeds iets anders om naar te kijken. Die les heb ik nooit in de praktijk gebracht toen ik voor de klas stond, maar toen ik pas een intake had in de ggz zweefden de woorden van mijn tekendocent weer door mijn hoofd.
Sorry leerlingen!
Mijn leerlingen hebben met mij een klein beetje pech gehad. Ik droeg elke dag dezelfde ketting. Die draag ik nog steeds dagelijks en dat is al zo sinds ik hem ooit voor mijn verjaardag kreeg. Ik weet niet meer hoe oud ik werd, maar ergens tijdens één van mijn verjaardagen op de pabo deed mijn moeder me de ketting op de foto cadeau. Hij is goud en de hanger is goud met witgoud met een diamantje erin. Ik vind ‘m prachtig en draag hem dus dagelijks. Ik heb ook nooit de behoefte gehad om af te wisselen. Sterker nog: ik heb geen andere kettingen en die hoef ik ook niet. Deze is mooi en kan overal bij. Scheelt me bovendien een hoop gedoe bij het aankleden. Nooit nadenken over welke ketting ik om zou moeten, maar gewoon elke dag dezelfde om. Ideaal. Datzelfde geldt overigens voor al mijn sieraden. Alleen met mijn oorbellen wissel ik af.
Mijn leerlingen hebben dus elke dag tegen dezelfde ketting aan moeten kijken. Geen afwisseling, waar mijn tekendocent voor pleitte, maar wel bling-bling.
Oogcontact of de ketting?
Bij mijn laatste intake in de ggz trof ik iemand met drie kettinkjes om haar nek. Hoewel ik heb geleerd om oogcontact te maken, vind ik dat vaak spannend en ingewikkeld. Ik deed het tijdens die intake wel, maar merkte toch dat ik vaak afdwaalde naar de kettinkjes.
Een dag later realiseerde ik me dat ik niet zou kunnen zeggen wat de vrouw aan de andere kant van de tafel voor kleding had gedragen of welke kleur ogen ze had. Ik kon wél vertellen welke kettingen ze droeg. Eén met parels en twee gouden kettinkjes met hangertjes. Ik kan zelfs nog vertellen wat de vorm van de hangertjes was.
Opeens snapte ik mijn tekendocent. Zo’n ketting is ideaal. Het glinsteren houdt je lekker geconcentreerd en je hebt iets om naar te kijken. Zeker als je liever geen oogcontact maakt, is dat wel prettig.
Mezelf in de ogen kijken
Naar kettingen kijken doe ik niet alleen bij anderen. Zelfs als ik filmpjes van mezelf bekijk, betrap ik mezelf erop dat ik naar mijn ketting zit te kijken. Ik vind het mooi om ‘m te zien glinsteren. En ja, het is altijd dezelfde, maar dat maakt niet uit. Het ligt een beetje aan of en hoe hij gedraaid zit hoe de schitteringen zijn. Als ik op Instagram tegen mijn volgers heb zitten kletsen en later zelf mijn filmpjes terugkijk, kijk ik ook naar mijn ketting.
Vind ik het dan zo ongemakkelijk om mezelf in de ogen te kijken? Hm, nee, dat niet. En ja, ik weet heus wel van mezelf welke kleur ogen ik heb. Toch merk ik het steeds weer: ik kijk niet naar mijn gezicht, maar naar mijn ketting.
Groot voordeel van die ketting is trouwens ook dat ik er graag mee ‘speel’ als ik mezelf geen houding weet te geven of als ik spanning heb.
Pleidooi voor de ketting
Mag ik vandaag even de kans grijpen om het pleidooi van mijn tekendocent te herhalen? Draag een ketting! Ideaal als je met mij in gesprek bent. Dan hoef ik namelijk geen oogcontact te maken en kan ik heerlijk gebiologeerd naar je ketting staren**. Of dat autistisch is of dat ik gewoon een beetje een ekstertje ben weet ik niet, maar dat doet niks af aan de boodschap.
—
*Kan uiteraard ook voor heren, maar ja, die zijn er weinig op de pabo. Zelf ben ik er ook geen fan van bij heren, maar dat is een kwestie van smaak.
**Hang dat ding dan een beetje hoog, zodat het niet lijkt alsof ik in je decolleté zit te staren;).
Als ik het onderwerp oogcontact uitvraag wanneer ik een autisme interview houdt, dan hoor ik vaak dat mensen die oogcontact moeilijk vinden naar het voorhoofd of tussen de wenkbrauwen van de gesprekspartner kijken….
LikeLike
Ja, die truc hoor ik ook veel. Ik vind dat zelf een ingewikkelde. Ik merk dat ik bijvoorbeeld in een therapiegesprek vaak een bepaald punt in de ruimte heb waar ik steeds naar terugkeer.
LikeLike
Veel oogcontact maken is ook gewoon vermoeiend. Ik heb eens collega’s over iemand horen zeggen dat hij bijna nooit oogcontact maakte. Dat was mij dus nooit opgevallen omdat ik het ook prettiger vind om dat niet te veel te doen.
LikeLike
Dat snap ik zó! En zeker als je ook nog na moet denken, is in de verte staren toch gewoon heerlijk?
LikeLike
Om even Bianca Toeps te citeren: ‘wil je dat ik je aankijk of wil je dat ik luister’. Dat zijn bij ASS’ers twee verschillende dingen. En pas als we iemand goed kennen en ons veilig bij diegene voelen, dan pas heb je een kans dat we die dingen kunnen combineren. Soms. Als we goed in ons vel zitten en geen ingewikkelde dingen hoeven te bespreken.
LikeGeliked door 1 persoon
Oh zo herkenbaar dit. Ik weet steevast beter wat voor ketting of kleur lippenstift iemand op had dan de rest van het plaatje te benoemen.
LikeLike
Mooie schoenen had ze trouwens ook. Dat heb ik dan óók gezien en onthouden;).
LikeGeliked door 1 persoon
Bewust oogcontact maken vind ik vreselijk moeilijk.
Omdat ik altijd mensen naar de mond kijk. Liplezen.
Dus dat probleem heb ik (gelukkig) niet.
LikeLike
Dat is weer heel anders ja.
LikeLike
Mooie blog en mooi inzicht! En om de laatste zin moest ik best grinniken (maar ben het er zeker mee eens, heb mij ook wel eens ongemakkelijk gevoeld als ik naar een prachtige ketting keek, en mij dan ineens realiseerde dat die best laag hing…).
LikeGeliked door 1 persoon
Ik beken: ik kijk altijd naar iemands ketting….en de rest valt me meestal niet eens op.
Oogcontact is niet altijd makkelijk, dat doe ik (denk ik) als ik begin met een gesprek en dan om de zoveel zinnen?
LikeLike
Dat is herkenbaar. Bij de begroeting kijk ik iemand wel aan, maar daarna (ook afhankelijk van hoe moeilijk een gesprek is) niet veel.
LikeLike
Ik droeg vroeger best vaak kettingen, maar nu al heel lang niet meer. Geen idee waarom eigenlijk.
LikeGeliked door 1 persoon
Constant strak oogcontact is gewoon doodvermoeiend, voor iedereen dus niet allen voor jou. Dat een ketting dan een “een hulpje kan zijn”snap ik. Zelf heb ik meerdere kettingen . allemaal van Henk gekregen maar ik draag altijd een vrij brede koude ketting plat tegen de hals om dezelfde reden als jij. Hij past overal bij en ik heb geen zin om steeds te wisselen. De andere kettingen zijn voor bij bepaalde feestkleding gekocht en zijn laatste cadeau, de parelketting draag ik wel bij familie bijeenkomsten, ondanks dat ik hem nog steeds niet om kan doen zonder emoties. Maar dat moet dan maar.
LikeLike
Dat vind ik ook juist wel weer mooi, als sieraden emoties oproepen. Dan zijn het sieraden met betekenis.
LikeLike
Klopt helemaal, Toen ik op enig moment ergens een mooi zwart jurkje zag hangen toen ik met hem en mijn dochter in het dorp was ben ik dat gaan passen( het was toen al duidelijk dat ik dat vrij snel nodig zou hebben) ik zie hem nog goedkeurend in zijn rolstoel zitten kijken en knikken. Ik droeg het mét de parels bij de crematieplechtigheid.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik draag elke dag dezelfde ik vind een mooie ketting zeker iets toevoegen wanneer er egale kleding of lager uitgesneden kleding gedragen wordt.
LikeGeliked door 1 persoon
Wat een leuk en bijzonder advies van je docent: draag een ketting. Je zet me helemaal aan het denken hierover. Zelf draag ik nooit een ketting… Het is kaal om mijn hals.
LikeGeliked door 1 persoon