
“Zijn er nog veranderingen qua gezondheid?” vroeg de tandarts. Applausje voor het feit dat hij dat deed terwijl er nog geen apparaten in mijn mond zaten overigens. “Volgens mij niet,” antwoordde ik. Vervolgens stelde ook de assistente nog een vraag: “Hoe is het met je burn-out?” Ik lag, hoe toepasselijk bij de tandarts, even met mijn mond vol tanden en wist niet wat ik moest zeggen. Want hoe is het met mijn burn-out?
Burn-out gaat over meer dan werk
Het heeft bij mij wel even geduurd voor ik mezelf burn-out noemde. In eerste instantie zei ik alleen dat ik depressief was toen ik me ziek had gemeld. Pas later, na het onderzoek naar autisme, ging ik ook daadwerkelijk de term burn-out gebruiken. Die stond namelijk in het onderzoeksverslag.
Bij de tandarts staat die term ook in het systeem, omdat het ooit ging over werk e.d. Ik gaf toen aan dat ik niet werkte vanwege een burn-out. Burn-out is een term die ‘makkelijk’ is om mensen uit te leggen dat je niet werkt, vind ik.
De reden dat ik de term toch heel lang niet heb gebruikt, is omdat (mijn) burn-out over veel meer gaat dan alleen werk. Het ging/gaat bij mij om een opeenstapeling van een heleboel zaken. En ja, dan lukt werken op een gegeven moment ook niet meer. Werk speelde uiteraard wel degelijk een rol, maar het was niet de enige oorzaak van mijn burn-out. Ik dacht lange tijd dat je de term burn-out alleen moest gebruiken als je puur vanwege werk was uitgevallen. Dat is dus niet zo.
Nu was daar ineens, terwijl ik al bijna drieënhalf jaar niet meer werk, die vraag. “Hoe gaat het met je burn-out?”
Hoe gaat het eigenlijk met mijn burn-out?
Ik wilde een snel antwoord geven, zeker gezien de setting waarin de vraag kwam, op de stoel bij de tandarts. Ik zei dus: “Die burnt lekker door.” Ja, een beetje een vaag antwoord, maar ik vond het zelf wel grappig bedacht. Overigens vond ik de vraag helemaal niet vervelend hoor, maar ik had hem niet verwacht en wist daarom niet heel snel een goed antwoord te bedenken.
Eenmaal thuis, na mijn tandartsbezoekje, merkte ik dat de vraag maar door mijn hoofd bleef spoken. Want hoe gaat het eigenlijk met mijn burn-out?
Het blijft een kwestie van vallen en opstaan. Pas was ik een dag thuis en had ik geen afspraken. ’s Morgens kookte ik een voorraadje eten voor in de vriezer en de koelkast; ik werkte wat administratie weg; ik blogde wat en ik wandelde een uur in de stromende regen. ’s Middags deed ik een dutje en vervolgens fietste ik heerlijk een uurtje. Daarbij maakte ik tussenstops bij de bieb en mijn moeder. Het was voor mij de ideale dag. Geen verplichtingen, lekker buiten, maar ook geen verveling. Ja, dat was een fijne dag.
Ergens verwacht ik dan de volgende dag een ‘goede dag’. Als een dag fijn was, zou je toch verwachten dat je de dag erna ook energiek opstaat? Dat gebeurde niet. Er zijn nog veel te veel dagen waarop ik intens moe ben en waarop er gevoelsmatig niets uit mijn handen komt. Gevoelsmatig inderdaad, want feit is dat ik me nooit verveel en eigenlijk altijd wel bezig ben.
Waarom duurt het zo lang?
Natuurlijk heb ik online diverse verhalen over burn-out gelezen van anderen. Wat me daarbij opvalt, is dat ze vaak na ongeveer een half jaar weer opkrabbelen en voorzichtig weer aan het werk gaan. Ik heb een keer radeloos tegen mijn psycholoog geroepen: “Maar waarom duurt het dan zo lang? Als je burn-out bent, herstel je. Ik herstel niet. Ik werk nog steeds niet en ik kan het ook echt nog niet.”
Mijn psycholoog legde uit dat mijn burn-out er ook niet van de ene op de andere dag was en dat er diverse oorzaken waren. Die oorzaken (zoals mijn autisme) zijn niet allemaal weg. Bovendien was ik wel dieper dan diep in het rood gegaan voor ik me ziek meldde en toegaf aan mijn burn-out. Dan vraagt herstel veel tijd.
Toen zag ik op internet ergens de term ‘chronische burn-out’. Ik heb net nog even gezocht op Google, maar kom het niet tegen als officiële diagnose. Dat maakt ook niet uit. Ik noemde die term in een therapiesessie. Mijn psycholoog kende de term ook niet, maar vond hem voor mij passend. Nee, het is misschien geen officiële benaming, maar het beschrijft goed wat er bij mij gaande is. Dit is al jaren bezig en gaat misschien nog wel jaren herstel kosten. Dus hoe het met mijn burn-out gaat? Mijn antwoord was denk ik bijna goed. “Die burnt lekker door,” zei ik. Dat lekker kan er wel af. “Die burnt door. Met goede, minder goede en slechte dagen.” Zo is het met mijn burn-out.
Mooi gevonden: “die burnt lekker door” ‘k Vind het wel attent van de tandenmensen, dat ze er naar vragen, maar ik heb liefst dat ze samen over dingen (liefst gezellige) praten, dat leidt af.
LikeLike
Ik heb het liefst dat ze hun mond houden, maar als ze dan toch iets zeggen liever gezellige dingen dan allerlei termen waar ik niks van snap over gaatjes, onder controle houden en moeilijke nummertjes en lettertjes die een kies betekenen.
LikeLike
En als je met dat burnen nou je huis zou kunnen verwarmen…
LikeLike
Zou met de huidige gasprijzen geweldig zijn ja;).
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, ik ken dat > een gesprek beginnen terwijl je met je mond open in een stoel ligt, haha!
Ik vind het nogal wat.
Ik ben oprecht blij dat ik niet heb wat jij hebt.
Nou heb ik ook goeie en minder goeie dagen en soms zonder oorzaak, maar ik kan (nu nog) meer dan jij.
Pittig.
LikeGeliked door 1 persoon
.Het burnen van kaarten is een veiligheidsmaatregel die moet voorkomen dat een speler de volgende kaart kan herkennen.
Bron Google.
Ik kende het woord in een andere vorm 🙂
LikeLike
Die vorm kende ik niet. Weer wat geleerd;).
LikeLike
Ik vind het een mooi en treffend antwoord!
LikeGeliked door 1 persoon