Trots op mijn lage score!

Mijn rapporten waren vroeger prima, maar mijn ouders deden ook niet moeilijk over lage(re) scores. Dat wil zeggen: als je daar gewoon hard voor gewerkt had. Meer dan je best kon je niet doen. Ik vind dat een prettige gedachte. Pas was ik zelfs een keer heel erg trots op een lage score die ik haalde. “Ik had daar een hogere score verwacht,” zei de psycholoog die de score met me deelde. Aha, maar ik niet. En ik vertelde dat ik trots was op mijn lage score.

Vragenlijsten spreken soms toch de waarheid

Bij de start van mijn nieuwste therapie moest ik twee vragenlijsten invullen. Ze bestonden uit een heleboel vragen en ik kende ze nog van eerdere therapieën. Over het algemeen werd er niets gedaan met die ingevulde lijsten, dus op een gegeven moment stopte ik met het invullen ervan. Deze keer zouden ze echter wel een rol gaan spelen in de therapie, dus wilde ik ze wel invullen.

Ik vraag me soms af hoe waarheidsgetrouw de uitkomst van dat soort vragenlijsten is, maar bij deze herkende ik me wel in de uitkomst ervan. Het was een lijst met vragen waaruit dan schema’s kwamen. Die schema’s laten zien hoe je in elkaar zit. De scores die ik zelf al zag na het invullen van de lijst verrasten me niet. Ze klopten best aardig. Vragenlijsten kunnen dus blijkbaar toch wel een kloppende uitkomst geven.

De verrassend lage score

Een week later besprak ik de uitkomst van de vragenlijsten met mijn psycholoog. Ze beschreef wat ik zelf ook al had gezien in de uitkomst. Tot zover niets verrassend. Maar toen kwam ze met een score waar ik helemaal overheen had gekeken. “Je scoort laag op kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar. Die had ik hoger verwacht. Je hebt toch een verleden met zorgen om je gezondheid en je hebt in de familie ook het één en ander meegemaakt.”

Kijk, dát is nu eens een lage score om trots op te zijn.
Mijn psycholoog was verrast en enigszins verbaasd en vroeg zich misschien zelfs af of de score wel klopte, maar ik deelde geen van haar gevoelens.

Ik ben niet voor niks behandeld voor hypochondrie!

Ik kon het heel makkelijk uitleggen aan deze psycholoog die me nog maar pas kende. “Ik ben twee jaar geleden behandeld voor mijn hypochondrie. Dat was succesvol. Als ik die lijst jaren geleden in had moeten vullen, had ik daar denk ik een score van honderd procent gehad, maar nu dus niet. Ik word in de gaten gehouden door de MDL-arts, zodat ze in kunnen grijpen als er weer een poliep in mijn darm gaat groeien en dat is voldoende. Dat is ook een reëel risico. De rest waren angsten die niet reëel waren. Die zijn weg. Natuurlijk ben ik soms nog wel bang. Ergens zit het nog in me. Maar ik heb het onder controle.” Toen vielen de puzzelstukjes voor mijn psycholoog op hun plaats.

Natuurlijk snap ik wel dat mijn psycholoog in eerste instantie verrast was over mijn lage score. Met mijn (familie)geschiedenis zou een hoge score op kwetsbaarheid voor ziekte helemaal niet gek zijn geweest. Die score is dus ook jarenlang heel hoog geweest. Maar nu ze benoemde dat ze verrast was door mijn lage score, was ik alleen maar heel erg blij. Het bevestigde wat ik al wist: de behandeling van mijn hypochondrie was succesvol! Oké, ik ben nog wel kwetsbaar op dat vlak en het blijft een valkuil, maar het is geen score meer die opvalt. Hieperdepiep…

9 gedachten over “Trots op mijn lage score!

Reacties zijn gesloten.