
Mensen die boos zijn, maken me bang en zenuwachtig. Ik herinner me dat ik als kind soms moest giechelen als de juf boos was. Dan was ze niet eens boos op mij, maar ik raakte in de stress en uitte dat door te giechelen. Nog steeds vind ik het vreselijk als mensen boos zijn. Ik vraag dan ook regelmatig: “Ben je boos?”
Een logische verklaring voor mijn ongemak bij boosheid is er niet, denk ik. Of misschien toch wel?
Opgegroeid zonder ruzie
Toen ik het met mijn psycholoog een keer had over boosheid en over mijn angst voor boze mensen, vond ik het belangrijk om mezelf gelijk nader te verklaren. “Ja, ik weet wat mensen dan denken. Dan denken ze dat ik ben opgegroeid in een hok vol ruzie of een onveilig thuis, maar dat is dus niet zo.”
En daarmee sprak ik de waarheid. Natuurlijk had ik -wie niet?- met enige regelmaat gedoe met mijn broer(tje)s. Dat hoort er nu eenmaal bij als je met elkaar opgroeit. Maar ik heb mijn ouders nooit ruzie horen of zien maken. Sterker nog: uit zeer betrouwbare bron -lees: mijn moeder- heb ik vernomen dat zij geen ruzie hadden in hun huwelijk.
Mijn psycholoog vroeg, nadat ik hem dat vertelde, of ik misschien had gewild dat ik mijn ouders wél ruzie had zien maken. Als het ware om te ‘leren’ dat ruzie niet erg is. Ik was heel stellig in mijn antwoord en hoewel dat gesprek al bijna een jaar geleden is, sta ik er nog steeds achter: “Nee, ik had dat niet anders gewild. Ik ben héél erg blij dat ik ben opgegroeid bij ouders die geen ruzie maakten. Daar ben ik dankbaar voor. En ik realiseer me wat een voorrecht het is dat ik ben opgegroeid in een gezin waarin de ouders voelbaar van elkaar hielden.” Natuurlijk snap ik de vraag van mijn psycholoog, maar mij had het zeker niet geholpen om mijn ouders ruzie te zien maken.
Als mensen ruzie hebben…
Ik herinner me dat ik als kind al bang werd van ruzies. Als ik een klasgenootje hoorde zeggen dat er de vorige avond ruzie was geweest thuis tussen de ouders, betekende dat in mijn hoofd direct een scheiding. Natuurlijk was dat niet zo, maar in mijn hoofd werkte het wel zo.
Nog steeds word ik bang en zenuwachtig van mensen die ruzie hebben. Ik heb bovenburen gehad die met enige regelmaat ruzie hadden. Die ruzies kon ik woordelijk verstaan. Daarnaast hoorde ik dan af en toe met een behoorlijke knal meubelstukken (ik mag toch hopen dat het dat waren!) op de grond neerkomen. Dan zat ik veilig in mijn eigen huisje. Mij kon niets gebeuren. En toch zat ik met opgetrokken schouders bang te zijn. Ik vind boze mensen gewoon eng. Ik kan er niets aan doen.
Angst dat mensen boos op mij zijn
Ergens in mij hangt altijd een angst dat mensen boos op mij zijn. Vorig jaar wilde mijn psycholoog overleggen met mijn huisarts. Toen ik daarna mijn psycholoog sprak, was mijn eerste vraag: “Was hij boos?” Verbaasd keek mijn psycholoog mij aan: “Nee, je huisarts was niet boos. Waarom denk je dat?” En hop, daar kwamen mijn tranen. Tranen waar mijn psycholoog niets van snapte, maar die voor mij heel logisch waren.
Boosheid betekent voor mij zoiets als einde contact. Ik trek me terug als mensen boos op mij zijn en/of als ik boos ben op anderen. Uit angst. En als iemand boos op mij is, denk ik dat die ander me nooit meer zal willen zien en/of helpen. Dus toen er gedoe was geweest met een vervangend huisarts en die daarover met mijn vaste huisarts had gesproken, was ik bang dat mijn vaste huisarts óók boos op mij zou zijn en me niet meer zou willen helpen. Mijn psycholoog legde uit dat mijn huisarts niet boos was. Ik vond: “Nou, dan zal hij wel echt niet boos zijn. Want anders was dit ‘roddelmomentje’ tussen jullie de perfecte kans geweest om te zeggen dat hij wél boos was. Tegen mij dan niet, uit professionaliteit, maar zo tegen een ander had het dan gekund.”
Mijn eigen theorie over waarom ik zo bang ben voor boosheid? Ik ben heel erg bang dat mensen dan voorgoed het contact zullen verbreken. Bij hulpverleners ben ik bang dat ze me niet meer willen helpen. Dat is vrij logisch, want die angst zit diepgeworteld. En daar valt dus nog wel wat te leren: boosheid betekent niet altijd ‘het einde’, maar kan ook leiden tot een goed gesprek. Maar dan nóg heb ik liever geen boosheid. Ik houd er gewoon niet van. Punt.
*Eén van mijn belangrijkste regels is dat ik niet schrijf over familie en dat doe ik nu toch. Mijn moeder gaf dan ook toestemming voor deze blog, dus niets aan de hand;).
Ik krijg meteen dat rijmpje in mjin hoofd: ‘Ben je boos, pluk een roos, zet hem op je hoed, dan ben je morgen weer goed.’ Boze mensen vind ik ook een beetje angstaanjagend…
LikeLike
Ik heb ook dat rijmpje in mijn hoofd. De foto was eerst toeval, maar uiteindelijk past hij er grappig bij;).
LikeLike
Dit is voor mij heel herkenbaar en eigenlijk zie ik dat ook bij een van mijn zussen en ook bij mijn man terug…
In ons eigen gezin was weinig ruzie en als het er was was ik er als de kippen bij om dit de kop in te drukken…
Achteraf zie ik dit als een van m’n grootste fouten…
Een meningsverschil is nog geen ruzie.
Het is voor kinderen juist goed om “af en toe” flink stoom af te blazen: ze worden weerbaar en durven voor zichzelf op te komen.
LikeLike
Een meningsverschil is inderdaad iets anders dan ruzie. Maar ook dat vind ik vervelend. Ik ben blij als alles harmonieus is.
LikeLike
Zwart-wit denken, alles of niets, emoties van anderen die heftiger binnen komen… Ding ding ding, dat moet bijna wel autisme zijn! :-p
LikeLike
Het zal toch niet?;)
LikeLike
Het is ook een mooi compliment voor je moeder!
Opgroeien in een liefhebbende familie is fijn!
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi inzicht en conclusie waarom je angst voor boosheid hebt. Angst voor boze, ruziënde mensen om je heen (buren, op straat etc.) vind ik eigenlijk ook logisch, je weet niet hoe ver het zal gaan en wat de gevolgen zullen zijn. Hopelijk helpen je inzichten je om te leren mogelijke ‘boosheid’ van mensen naar jou toe om iets wat je gezegd hebt (zoals tegen een arts) te nuanceren, zodat het niet meer voelt als ‘het einde’.
LikeGeliked door 1 persoon
Boos zijn en ruzie hebben zit ook nog wel verschil in. En ook in ruzie hebben zit nog wel verschil. Ik ben helaas niét zonder ruzies opgegroeid en dan de soort die zeker voor kinderen angstig is.
Mijn kinderen zeggen ook dat ze hun ouders nooit ruzie hebben horen maken, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat we het nooit oneens waren. Dat hoort er toch een beetje bij als twee mensen hun levens in elkaar vlechten. Het gaat er maar om hoe je dat oplost en óf je het de moeite vindt om oplossingen te zoeken. Dat was bij ons altijd het geval.
LikeLike
Maar ik vind het juist wel heel mooi dat je kinderen zeggen dat ze jullie nooit ruzie hebben horen maken. Ik denk dat dus altijd als ik kinderen hoor over ruziënde ouders: Waarom stellen ze hun ruzies niet uit tot de kinderen het niet horen? Ik vind dat heel belangrijk, maar zoals inmiddels duidelijk is, ben ik er ook wel extreem gevoelig voor.
LikeLike
Nou ik kán me voorstellen dat wanneer je heel boos bent dat niet even uit kunt stellen, maar wij hadden gelukkig niet de aard om problemen schreeuwend op te lossen.
LikeGeliked door 1 persoon
Boosheid is ook eng vind ik.
Maar het levert altijd wel weer wat op.
Ieder nadeel heb ze voordeel 😉
LikeLike
Dat is waar ja. Maar het levert niet altijd iets goeds op;).
LikeLike