Autisme en overschatting ~ Praktijkvoorbeeld

Zonder enige vorm van (voelbare) stress reed ik naar een afspraak met een nieuwe hulpverlener. De psychiatrisch verpleegkundige zou me gaan helpen met mijn problemen rondom eten, eetbuien, controle op eten en bewegen, enz. Ik was niet gespannen, want mijn psycholoog zou bij de afspraak zijn, dus dan zou alles wel goed verlopen. Of toch niet?

De psychiatrisch verpleegkundige ‘ingevlogen’ voor eetproblematiek

Na een paar maanden van therapie bij de ggz-instelling in de grote stad vond ik het tijd om aan te geven dat het niet helemaal ging volgens mijn plan. Ik was daar aangemeld voor hulp rondom mijn eetproblematiek en als er één ding was waar het nooit over ging, was het wel eten. Het zat me niet lekker. Het was voor mij allemaal zo vaag en abstract en ik had zó gehoopt op duidelijkheid en iets concreets.

Ik appte mijn vriendin elke keer als ik bij zo’n sessie vandaan kwam hetzelfde antwoord op de vraag hoe het was: Tja, geen idee. Ik heb weer braaf m’n best gedaan, maar ik heb niet het idee dat het ergens over gaat. Ik mis een plan en een doel. Maar ja, dat kon ik wel naar mijn vriendin appen, maar uiteindelijk had ik daar natuurlijk weinig aan. Ik trok de stoute schoenen aan en besloot het tijdens een therapiesessie te melden.

Mijn opmerking was duidelijk, maar ik kreeg -opnieuw- de uitleg dat we breder keken. Dat wist ik en daar stond ik wel achter, maar ondertussen had ik eetbui na eetbui en zag ik mijn weegschaal (ook zonder eetbuien) keihard en in razend tempo steeds hogere getallen aangeven. Ik was het zat. Dit stopte niet en dat wilde ik wel. Ik barstte in tranen uit. “Ik wil dit niet meer. Ik blijf maar aankomen. Het moet een keer stoppen. En ik weet het soms gewoon ook niet. Als ik om vijf uur opsta, heb ik om negen uur zin in lunch, maar dat kan niet. Mag ik dan een tweede ontbijt? Ik heb geen idee hoe dat soort dingen werken.” Volgens mij was pas toen duidelijk hoe diep het allemaal zat. De psycholoog en ik besloten een psychiatrisch verpleegkundige ‘in te vliegen’ om mee te kijken voor het praktische stuk van eten en (be)wegen.

Ik ben Naomi en dit is mijn probleem

Een week later (ja, er kan soms ook iets snel in de ggz;)) hadden we een afspraak met z’n drieën: mijn psycholoog, de psychiatrisch verpleegkundige en ik. De verpleegkundige was voor mij nieuw. Ik had al eerder een verpleegkundige gesproken, maar dat was weer een andere dan deze. Ik had die ochtend van de afspraak alle moed bij elkaar geraapt en was op de weegschaal gaan staan. Het getal daarop was, hoe kon het ook anders, weer omhoog geschoten. En dus reed ik strijdvaardig naar die afspraak. Ik was bereid tot veel. Als het maar zou helpen. Ik verwachtte iets concreets.

Het werd niet concreet. Het werd een soort kennismakingsgesprek waarin ik opnieuw mezelf uit moest leggen, inclusief mijn verleden in hulpverleningsland, mijn medicatie, mijn huidige problematiek, enz. Niet echt gezellig.

Bam. Overschat.

Ik vertelde mijn verhaal en vervolgens was het alsof de verpleegkundige mijn blog had gelezen over het gevaar van overschatting. Ik kreeg bijna letterlijk te horen wat ik daar schreef: “We zitten nu een poosje te praten en ik geef terug wat ik zie. Ik zie een jonge, goed verzorgde vrouw. Vrolijk, energiek en je komt op mij niet autistisch over.”

Bam. Dat soort dingen vind ik niet leuk.
Ik keek mijn psycholoog aan. Ze had door dat ik dit niet leuk vond.
Ik legde uit: “Dat is precies het probleem. What you see isn’t what you get bij mij. Ik zeg altijd dat je moet luisteren naar wat je hoort en niet moet kijken naar wat je ziet.”
De verpleegkundige vroeg hoe ik mezelf dan zou omschrijven. Dat was simpel. “Ik gebruik het woord uitgeput.” De reactie was duidelijk: “Dus die energieke vrouw die ik zie, dat ben je niet.”

Nee, dat was ik niet.
Gek genoeg veranderde daarna het gesprek. Ik was rustiger, hoewel ik niet eens door had gehad dat ik daarvoor gespannen was. De verpleegkundige benoemde het. “Nu is je masker af. Nu hebben we een ander gesprek.” Dat was waar, maar ik legde ook uit dat mijn masker zó vanzelfsprekend is geworden dat ik niet eens door had dat ik het droeg. Na de afspraak dacht ik er nog eens over na. Baalde ik? Ja. Maar ik was óók blij dat iemand nu de overschatting eerlijk had benoemd, waardoor ik de kans kreeg om uit te leggen dat ik niet ben hoe ik overkom. En dát is een kans die elke hulpverlener zou moeten geven.

12 gedachten over “Autisme en overschatting ~ Praktijkvoorbeeld

  1. Hai Naomi, dit stukje kwam snoeihard binnen. Het was zo verhelderend om te lezen. Het klopt, mensen zien alleen de buitenkant maar zien niet hoe je in je hoofd zit. En ze begrijpen al helemaal niet hoe of waarom we n masker dragen. Hoe dat werkt bij ons. Toen ik dit las kwam er van dat zoute spul uit me ogen. En ik ‘voelde’ je…
    Ik geniet elke x van je stukjes. Dank je wel. Hou vol.
    Groetjes van mij, Anja

    Like

    1. Fijn dat je iets hebt aan mijn stukjes en er elke dag van geniet. Het klopt wel ja, dat mensen vaak niet snappen waarom we een masker dragen. Het uitleggen vind ik overigens ook niet altijd even simpel.

      Like

  2. Misschien moeten ze eens stoppen met kijken (breed, smal, achterstevoren, ondersteboven) en beginnen met luisteren en doen.

    Like

    1. Ja, maar… hoef je er dan niet autistisch uit te zien?! Komt het dan heel misschien ook niet door vaccinaties als je autistisch bent? Het zal toch allemaal niet hè? *sarcasme uit*

      Like

  3. Ik heb geen idee hoe een “autist”er uit ziet.Jij bent mondig genoeg om je verhaal te doen mits je de kans krijgt. .

    Like

    1. Dat is het ja. Ik moet het gevoel hebben dat ik de kans krijg. Heb ik dat gevoel niet, klap ik dicht.

      Like

  4. Wel goed dat het gesprek een andere wending nam als ik het zo lees. Hopelijk dat het hierna dan ook effectiever kan worden met die verpleegkundige?

    Like

Reacties zijn gesloten.