
“Dit is het moment om weer te gaan werken, heb ik altijd gezegd.” Ik zat in een therapiesessie en vertelde mijn psycholoog wat er in mijn hoofd zat. Maar ik vertelde ook over mijn twijfels. Is het moment om weer te gaan werken inderdaad aangebroken of toch nog niet?
Voor het eerst in vier jaar: verveling
Ineens was het moment daar: ik verveelde me. Ik wist genoeg te doen en ik deed dan ook van alles, maar het gaf me geen voldoening meer. Ik zat hele avonden te kleuren, zoals ik dat al maanden deed, maar ineens vond ik het niet leuk meer. Overdag had ik, vanwege mijn nieuwe vorm van efficiëntie, ineens tijd over en dus was er ook overdag tijd voor ontspanning. Het voelde even als te veel ontspanning.
In de jaren dat ik niet werkte, had ik me nog geen seconde verveeld. Ik kreeg wél vaak de vraag of ik me niet verveelde en mijn antwoord was altijd: “Nee, geen seconde. Als ik me ga vervelen, is denk ik het moment aangebroken dat ik toe ben aan werk en dat ik dus weer kan gaan werken.”
Nu was dat moment daar. Vertwijfeld dacht ik na over wat ik al die jaren had gezegd én ik zei het tegen mijn psycholoog: “Ik heb altijd gezegd dat dit het moment is waarop ik weer moet gaan werken, maar ik weet het niet…”
Het belang van verveling
Mijn psycholoog legde uit dat verveling eigenlijk iets heel normaals is. Dat vind ik een goed punt. Ik heb me als kind vaak verveeld en ken vanuit mijn jaren in het onderwijs talloze kinderen die af en toe last hadden van verveling. Heel normaal eigenlijk. Het schijnt zo te zijn dat er na een poosje van verveling vaak iets nieuws komt. Dan komt er bijvoorbeeld een nieuw idee bovendrijven. Je zou dus kunnen zeggen dat we verveling op z’n tijd misschien een beetje nodig hebben.
Dat gezegd hebbende, vond ik het gevoel niet fijn. Het gaf me een gevoel van leegte en ik begon me af te vragen: Ben ik dan nu ‘lekker een uitkering aan het trekken’, zoals een aantal jaar geleden iemand tegen me zei?
Toen ik tegen mijn psycholoog zei dat ik met deze vraag liep, gaf hij aan dat die verveling wel goed was. Hij luisterde naar mijn bezwaren. Ik gaf aan het niet goed te kunnen omschrijven, maar ook te denken dat ik ondanks mijn verveling nog niet toe was aan werk. Mijn psycholoog verwoordde wat ik zelf even niet op een rijtje kreeg: “Werken is mentale druk. Dat kun je nog niet aan.” Goed punt.
Werken? Echt niet!
Twee weken later zat ik opnieuw tegenover mijn psycholoog. Na een periode waarin ik wat meer energie had gehad én het halve huis had verbouwd, was ik alweer een paar weken de ‘verkeerde’ kant op aan het gaan. Langzaam maar zeker ebde mijn energie weer weg en werd ik wie ik de afgelopen vier jaar was: een uitgeputte vrouw.
“Ik snap het wel,” vertelde ik, “want die energie klopte niet. Ik voelde aan alles dat er iets niet klopte. Ik sliep ineens maar een paar uur en liep hele dagen te stuiteren. Ik was wel moe, maar kon toch eindeloos doorgaan. Dat kon niet kloppen*, maar ik heb er maar even gebruik van gemaakt en het halve huis verbouwd. En nu is die zogenaamde energie dus weer weg.”
Ik vervolgde mijn relaas: “Het gekke is dat kleuren nu ook weer gewoon prima is. Dat is weer meer dan zat. Ik doe weer vaak twee dutjes op een dag, omdat ik het niet tot de lunch wakker kan houden en ik heb geen behoefte aan uitdaging. Maar ik baal er vreselijk van. Ik vond die energie wel fijn. En ik nog roepen vorige week dat ik misschien weer aan het werk moest. Ik zou niet weten hoe. Hoe ooit zou ik dat moeten doen? Ik ging zaterdag een dag weg. Ik was ruim zes uur van huis. Het is nu woensdag en ik ben er nog steeds van aan het bijkomen. Zo kan ik toch niet werken?!”
Mijn psycholoog hoefde eigenlijk niets te zeggen. Een blik zei genoeg. Hij wist al lang wat ik in eerste instantie tijdens mijn stuiterdagen niet wilde weten. Werken? Ja, ik hoop van op een dag wel, maar nu helaas nog niet.
*In gesprek met mijn psychiater bleek dat het stuiteren inderdaad niet klopte. Ze legde uit dat het kon komen door de opbouw van mijn medicatie en daar viel het inderdaad mee samen. Maar… toch fijn dat ik in die weken even mijn wc en gang verbouwd heb. Moest toch een keer gebeuren;).
Wat medicijnen met een mens kunnen doen, hoop dat je evenwichtiger wordt in de toekomst. Ik snap dat je die medicijnen nodig hebt maar vervelend is het wel.
LikeGeliked door 1 persoon
Ken je dat verhaal van die zwaluw en de zomer? Tegen de tijd dat jij je een heel seizoen kan vervelen praten we verder over werken.
LikeLike
Dat van een heel seizoen en dan weer praten zegt mijn begeleider ook altijd zo ongeveer, dus dat zal wel zeer wijze taal zijn;).
LikeLike
Jammer dat de energieboost een bijwerking van je medicatie was en niet echt nieuwe energie was of blijvend. Maar wel fijn dat je er toch even goed gebruik van hebt kunnen maken in huis en het een en ander hebt kunnen verbouwen. 🙂
LikeGeliked door 1 persoon