Avondmens in de ochtend

Als je mij vijf jaar geleden had gevraagd of ik een ochtend- of een avondmens ben, had ik zonder aarzelen geantwoord dat ik een avondmens ben. Inmiddels gedraag ik me meer als ochtendmens dan als avondmens, maar stiekem bén ik nog wel een avondmens. Eigenlijk dus helemaal niet zo handig dat ik me gedraag als ochtendmens.

Altijd al een avondmens

Dat ik mezelf altijd een avondmens noemde, was heel logisch. Ik heb in mijn studietijd mijn tentamens altijd geleerd tussen 22.00 en 2.00 uur. Dat was de tijd waarop het bij mij het best mijn hoofd in ging. Op verjaardagen was ik bovendien graag degene die het licht uit moest doen. Ik vond het heerlijk om laat naar huis te gaan, want ik had ’s avonds mijn beste momenten. In vakanties vond ik het geweldig om eindelijk aan mijn ‘natuurlijke ritme’ tegemoet te kunnen komen. Ik werd dan meestal ’s morgens om half negen pas wakker. ’s Avonds bleef ik lekker lang lezen en ging ik er pas om half twee in.

Doen alsof ik een ochtendmens ben

Mijn biologische wekker gaat al zolang ik me kan herinneren ’s morgens om half negen. In vakanties was dat altijd al zo (ook als ik nog wél op tijd naar bed ging) en ook toen ik niet meer werkte, was dat in het begin zo. In werkweken kwamen echter om half negen dertig beginnende pubers mijn klas binnenstormen. Ik heb weleens gegrapt: “Sorry jongens, net iets te vroeg. Mijn biologische wekker gaat pas om half negen, dus ik had nu lekker aan mijn ontbijtje moeten zitten.” Maar dat grapje was misschien wel waar.

Toch ging ik steeds eerder uit bed. Dat begon toen ik nog werkte. De uren tussen vijf en acht ’s morgens kon ik ongestoord werken, dus deed ik dat. Vroeg eruit omdat onrust me wakker maakte en dan thuis achter mijn laptop aan het werk met de administratie. Dan deed ik veel, want dan konden collega’s me niet storen. Ik vond dat dus heerlijk.

En zo kwam het dat ik mezelf langzaam maar zeker een ochtendmens begon te noemen.

Ochtendstond heeft goud in de mond?

Als het gaat om polderplaatjes, heeft de ochtendstond zeker weten goud in de mond. Ik heb ’s morgens vroeg (door onrust mijn bed uit gejaagd) de mooiste plaatjes geschoten en ik heb genoten van die wandelingen. En toch… ik voel ook altijd dat het niet klopt.
Maar ja, ik ben tegenwoordig ook geen avondmens meer, want om een uur of negen gaat mijn kaarsje echt wel uit. Ben ik dan nu een ochtendmens? Ik roep dat wel altijd. Liefst sta ik rond zeven uur op en doe ik dan alle taken, zodat ik de middag en de avond vrij kan houden.

Probleem is alleen: ik kan wel om zeven uur opstaan, maar om tien uur ben ik doodmoe en wil ik eigenlijk een dutje doen. Ik roep altijd dat ik pas écht wakker word ’s middags na mijn dutje. Ik bén dus helemaal geen ochtendmens. Maar ja, ik gedraag me wél zo, want als ik niet alles in één keer doe en tussendoor rust neem, krijg ik mijn uitputting nooit meer aan de gang.

Terug naar mijn eigen ritme

Het gaat nu al jaren zo dat ik rond zeven uur opsta en dan als een gek aan de slag ga. Tot een paar weken geleden. Ik vertelde mijn psycholoog dat ik, zodra ik mezelf zomervakantie gaf, weer om half negen pas wakker werd. Oké, soms om acht uur, maar ergens tussen acht en half negen was de standaard. “Zonde van mijn dag. Dan moest ik ’s middags ook nog van alles doen en dan heb ik het gevoel dat de dag al half om is voor ik ontbeten heb.”

Mijn psycholoog trapte op de rem: “Jij vraagt misschien nog wel te veel van jezelf. Als dit jouw ritme is, waarom zou je jezelf dan dwingen om veel eerder op te staan? Je lichaam geeft aan dat het eigenlijk niet lukt, want je bent doodmoe als je zo vroeg opstaat.” Ik moest hem gelijk geven.

We maakten een plan. Ik zou mijn biologische ritme volgen en ’s morgens wat rustiger aan doen. En zo kwam het dat ik ’s morgens heerlijk op mijn gemak een blogje zat te tikken na het ontbijt, in plaats van dat ik snel in huis aan de slag ging. ’s Avonds na het eten doe ik sindsdien ook nog even wat (huishouden, bloggen, enz.) en het leuke is: dit rimte past me veel beter.
Groot voordeel: ik voel me in de ochtend véél minder opgejaagd én word daardoor wat later wakker. Nu nog even iets doen aan die vermoeidheid, waardoor mijn oorspronkelijke avondmens weer wat langer door kan gaan ’s avonds. Dan word ik weer gewoon een avondmens in de avond. Veel beter!

14 gedachten over “Avondmens in de ochtend

  1. Misschien is die wisseling van avond- naar ochtendmens wel voor een groot deel schuldig aan je burnout. Ik heb het omgekeerde gedaan, bén ochtendmens maar deed járenlang maar “speelde” jarenlang het avondmens. Dat is me ooit aardig opgebroken.

    Like

    1. Interessante theorie. Dat zogenaamd ochtendmens zijn was zeker een alarmsignaal, achteraf gezien. Apart hoe het je op kan breken, wat je ook schrijft, als je je biologische ritme dus negeert.

      Like

  2. Eigenlijk weet ik niet of ik een ochtend- of avondmens ben.
    Uitslapen lukt maar tot 8 uur, maar dingen doen daarna… ja van wandelen krijg ik energie.
    In de avond, doe ik het meest, dus tòch een avondmens denk ik…

    Like

  3. Ik ben geen avondmens of ochtendmens. ’s Middags kan ik al slapen en tegen 21u is mijn kaars ook uit. Alleen blijf ik dan soms toch wel nog lang op en ik vind wat vroeger opstaan eigenlijk ook wel fijn ergens (behalve in de winter :’)). Zag ooit eens zo’n illustratie van Gemma Correll over ochtend- (early bird) en avondmens (night owl) geïllustreerd als vogels en dan had je de permanently exhausted pigeon. That’s me! :p

    Geliked door 1 persoon

  4. Ik ben een ochtendmens (we zijn dan ook bijna elke dag wakker tussen half 7 en 7)… ben zo graag bezig in de ochtend om dan ’s middags en ’s avonds te genieten van de rust.

    Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.