Maar ik ben géén hypochonder!

“Maar dan ben ík straks weer de hypochonder,” verzuchtte ik. Ik moest naar de huisarts en ik had een vraag die deed vermoeden dat ik was teruggezakt in al mijn ziekteangst. Dat was ik echter niet, want deze keer was het de schuld van de psychiater…

De waslijst met prikverzoeken

Met mijn (eerste) psychiater had ik mijn vermoeidheid besproken en zij gaf aan dat ik dat met de huisarts moest bespreken. Dat vond ik prima, maar vervolgens kwam er vanuit de psychiater een waslijst met dingen die ik moest laten onderzoeken. In eerste instantie schreef ik die dingen gewoon op en daar liet ik het bij.

Maar toen was het bijna tijd voor mijn driemaandelijkse consult* bij de huisarts en vond ik het idee van bloed laten prikken ineens minder leuk. Ik besprak mijn lijstje voor de huisarts met mijn psycholoog. “De psychiater heeft gezegd waar ik mijn bloed op moet laten controleren. Maar dat is een lijstje en ik wil dat helemaal niet aan de dokter vragen. Dat kan hij toch zelf bedenken?” Toen mijn psycholoog doorvroeg, kwam eruit waarom ik niet gewoon dat lijstje van de psychiater aan de huisarts wilde voorleggen: “Dan ben ik straks weer de hypochonder.”

Mijn psycholoog zag dat anders. De psychiater had me een lijstje gegeven en ik zou dat lijstje bespreken met de huisarts. Simpel zat toch? Dan wil de psychiater iets laten prikken en ben ik dus niet ineens een hypochonder.

Roet in het eten bloed

Mijn psycholoog had me redelijk weten te overtuigen van het feit dat ik mijn lijstje met prikverzoeken wel gewoon aan de huisarts voor kon leggen zonder gelijk een hypochonder te zijn.

Maar toen gooide de nieuwe psychiater even roet in het eten. Of in mijn bloed. Of in het prikverzoek. Hij was nogal dwingend. Ik sprak hem een dag voor ik naar de huisarts zou gaan en hij had allerlei verzoeken die ik met de huisarts moest bespreken. Mijn medicijnen moesten anders georganiseerd worden en als ik dan toch bij de huisarts was, had de psychiater ook nog wel een prikverzoek van iets vaags. Ik durfde niet tegen de psychiater in te gaan, dus ik schreef het allemaal braaf op.

Probleem was alleen: ik zou drie weken later weer terug moeten naar de psychiater en omdat ik hem nogal dwingend vond, durfde ik het niet aan om zijn verzoeknummers gewoon niet te bespreken met de huisarts. Maar dat maakte mijn bezoekje aan de huisarts ineens wel heel spannend. Ik was het namelijk niet helemaal eens met de verzoeken van deze tweede psychiater, maar ik moest ze wel over gaan brengen. En tja, ik wilde niet de hypochonder zijn.

“Ik heb het niet zelf bedacht!”

De volgende dag zat ik bij de huisarts. Ik begon maar met de verzoekjes van de psychiater waar ik het niet mee eens was. Mijn huisarts was het er ook niet mee eens. Het ging om medicatie voor lichamelijke dingen en zoals het nu is, bevalt het mij prima (en de huisarts ook). We hielden het dus gewoon zoals het was. “Maar ja, ik moet over drie weken terug en wat zeg ik dan hè? Hij zei dat hij het zelf wel anders voor zou schrijven als ik het hier niet voor elkaar kreeg. Ik zeg wel gewoon dat ik het geregeld heb en dan zeg ik niet hóe ik het geregeld heb.” Mijn huisarts adviseerde om indien nodig gewoon te zeggen dat ik tevreden ben met hoe het was en dat we dus niets veranderd hadden. Kan natuurlijk ook.

Dan waren er nog de prikverzoeken. De verzoeken van de eerste psychiater snapte ik nog wel, dus die durfde ik wel te vragen. Het verzoek van de tweede psychiater vond ik wat bijzonder. Mijn huisarts snapte die ook niet helemaal. En ik zat natuurlijk met het punt dat ik verdacht zou worden van hypochondrie, dus ik riep er gelijk bij: “Ik heb het niet zelf bedacht! De psychiater zei dat ik dit moest vragen.”

Ik kreeg een labformulier. Twee buisjes bloed later bleek dat alles in orde was. De huisarts had dat al vermoed en hij had dus gelijk. Mijn vermoeidheid is dus puur psychisch. Mijn bloeduitslagen waren zelfs zó goed dat er vijf pilletjes per week af konden. Hoera voor dat en driewerf hoera voor het feit dat ik géén hypochonder ben.

*Voor de nieuwe lezers: sinds de genezing van mijn hypochondrie heb ik elke drie maanden een vinger-aan-de-pols consult bij mijn huisarts. Ik kan dan mijn vragen op lichamelijk vlak stellen.

11 gedachten over “Maar ik ben géén hypochonder!

  1. Ik vind het opvallend hoe de psychiater jou als boodschappenjongen voor de huisarts gebruikt. Wat apart. Is dat soms in de naam van de ‘zelfstandigheid’ van de patiënt? Als die psychiater dat allemaal wil, zou ik zeggen dat hij dat dan mooi zelf tegen de huisarts kan zeggen. Hij kan het vast ook veel beter uitleggen, en dat bespaart jou een boel stress.

    Like

    1. Die logische dingen vond ik niet zo erg om te (moeten) vragen, maar die onlogische dingen wel. Dan voel ik me zo’n hypochonder. Ik deed het maar wel, maar de huisarts was wel met me eens dat het geen logische/nuttige vragen waren. Maar ja, ik was wel degene die de vragen moest stellen en dat vind ik dan stom. Volgende keer belt die psychiater zelf maar naar de huisarts als er zo nodig van alles geregeld moet worden.

      Like

  2. Fijn, dat ze niets gevonden hebben, maar ik heb met het lezen van jouw blog, ook over het ontstaan van je vermoeidheid toch ook het gevoel dat er misschien toch een virusinfectie is, maar tussen bloedanalyses van huisartsen en van complementaire geneeskundigen is een verschil. Maar dat gaat te ver om het uittelegen. Wel is bekend dat veel virussen niet (meer) terug te vinden zijn, maar wel op de achtergrond aanwezig. Door andere analyses zijn ze wel te vinden. Bijvoorbeeld omdat er altijd een ijzertekort is. En dat heeft een oorzaak. En dan maakt ook je “hypochondrie” zin, want dan wist je lichaam wel dat er iets niet klopte, alleen is het nooit gevonden. Ik begrijp dat je er niet veel mee kunt, maar ach. En ik weet ook dat er in NL weinig mogelijkheden zijn op dit gebied. Alleen al het feit dat er zoveel mensen met een fatiquesyndroom rondlopen, is een teken, dat er veel dingen niet gevonden worden, en de mensen dan maar als ziek worden gemeld. Succes!

    Like

    1. Ik heb vertrouwen in mijn arts en in de bloeduitslagen en denk ik dus niet dat er iets is. De dingen die er wél uit zijn gekomen in het verleden worden aangepakt met medicijnen en ik ben blij dat alles nu goed was en vertrouw daar ook op.

      Like

  3. Idee: tegen iedereen met een lijstje voor je huisarts zeg je in het vervolg ‘dit zijn de contactgegevens, geef het zelf maar door!’. Scheelt jou veel stress en dan kan jouw gesprek tenminste gaan over de dingen die jij wil bespreken.

    Geliked door 1 persoon

    1. Ik heb het overwogen ja. Volgende keer ook gewoon echt doen. Van die eerste psychiater vond ik het niet zo erg, maar die tweede kwam met dingen aanzetten die ik totaal niet nuttig vond (en mijn huisarts overigens ook niet).

      Like

  4. “Mijn bloeduitslagen waren zelfs zó goed dat er vijf pilletjes per week af konden. Hoera voor dat en driewerf hoera voor het feit dat ik géén hypochonder ben. ” Mag ik hieperdepiep hoera hoezee doen?? 😉
    Je kunt geen andere psychiater vragen, vrees ik he? Wat een… bijzonder geval als ik dat zo lees. Raar dat hij alles via jou erdoor duwt. Lekker handig ook om dat vie je cliënten te regelen. Ik ben het met booksometea eens: het is niet jouw verantwoordelijkheid, ook niet jouw probleem. En als zou hij zijn zin erdoor drammen en je iets voorschrijven: je HOEFT het niet te slikken. Letterlijk en figuurlijk 😉 Veel succes, Naomi!

    Like

    1. Een andere psychiater zou zéér welkom zijn, maar daar volgt nog een blog over. En dat ik iets niet hoef te slikken ook, dus je hebt de situatie goed door;). Hieperdepiep hoera en hoezee mag. 🙂

      Geliked door 1 persoon

  5. Naar mijn idee ben jij mondig genoeg (of zou dat ondertussen moeten zijn) om te zeggen dat de psychiater zélf maar contact op moet nemen met jouw huisarts als hij dingen wil veranderen die de huisarts heeft voor geschreven.

    Like

    1. Dat zou ik wel zijn, maar ik sprak die tweede psychiater voor het eerst. Die moed had ik toen nog niet.

      Like

Reacties zijn gesloten.