Kun je dat snappen?

Op de basisschool was ik een bovengemiddeld presterende leerling. Alles leek vanzelf te gaan. Dat snap ik, dat het er voor mijn leerkrachten zo uitzag. Maar zo ging het in mijn hoofd niet. Later, op de middelbare school, werden de eerste hiaten zichtbaar. Het begon bij wiskunde. Heel af en toe hoor ik nog steeds mijn wiskundeleraar in mijn hoofd: “Kun je dat snappen?” Nee dus. Dit is het verhaal van de bovengemiddeld presterende (nog niet gediagnosticeerde) autist die leert rekenen.

Ik breek mijn hoofd over breuken

Groep zes. Uurtje of negen. Tijd voor de rekenles. De juf heeft gezegd dat het over breuken gaat. Dat gebeurt vaker en ik weet dat ik dat niet kan. Ik snap echt hélemaal niks van breuken. Daar merkt de juf verder niks van, want ik ken de ‘trucjes’, dus de resultaten zijn prima. Dat neemt echter de chaos in mijn hoofd niet weg. Op het bord had ik het voor de les al gezien, dat er breuken op het programma stonden. Mijn hoofd was al een beetje in paniek geschoten. Dat kan ik niet. Ik kan het trucje uitvoeren, maar nu gaan we natuurlijk wéér wat nieuws leren! Dat zeg ik natuurlijk niet tegen de juf. Stel je voor zeg. Zichtbaar is het ook niet. Gewoon rustig blijven zitten en alles overschrijven van het bord en doen of ik het snap. Maar ik snap er niks van.

Rekenen wordt Begrijpend Lezen

In groep zeven kregen we een nieuwe rekenmethode. Tot die tijd vond ik rekenen best oké, behalve als er breuken op het programma stonden. We hadden rekenwerkboekjes met pagina’s vol rijtjes met allerlei sommen. Lekker saai, maar voor mij goed te behappen. Ik vond het prima. Ik maakte die pagina en klaar was ik weer. Maar ja, toen veranderde het onderwijs en dus ook de rekenmethode. We gingen werken met verhaaltjes. Vanaf toen was rekenen STOM. Wat nou verhaaltjes? Rekenen is toch met sommen? Niet zo moeilijk doen hoor mensen. Rekenen en ik zijn daarna, tot ik zelf les ging geven, nooit meer vrienden geworden. Mijn hoofd kon natuurlijk uit al die informatie in die verhaaltjes moeilijk een som filteren.

“Kun je dat snappen?”

De middelbare school. Daar bleek dat ik inderdaad een probleem had met rekenen. Ik snapte er helemaal niks van als mijn wiskundeleraar dingen stond uit te leggen. Hij eindigde ongeveer iedere zin met: “Kun je dat snappen?” Nee, ik kan dat niet snappen. Ik was toen inmiddels zover dat ik dat ook zei, dat ik het niet begreep. Nog een keer in razend tempo exact dezelfde uitleg. “Kun je dat snappen?” Nee. “Ja hoor.” En door gingen we. Maar ik had nog steeds geen idee.

Het wél snappen wordt ‘bestraft’

Mijn moeder zat thuis uren met me achter mijn wiskundeboek. Bloed, zweet en tranen, maar ik begon het te snappen. Samen sommetjes maken, nog een keer een uitleg, nog een sommetje samen, enz. Mijn wiskundeleraar kwam erachter dat mijn moeder me de sommen uitlegde. Ik moest ‘even blijven’. Ik heb niks gedaan! Hij vroeg me waarom mijn moeder mij hielp. “Omdat ik het niet snap.” Hij vond het niet zo leuk, want mijn moeder deed het niet op zijn manier. “En dan leer je het straks op een verkeerde manier.” Nou, weet je wat meneer? Gelukkig maar, dat mijn moeder het op een andere manier doet, want anders had ik het nooit begrepen. “Oké, ja.” Ik had geen idee wat ik met die boodschap moest en verdween. Later kreeg ik een andere leraar. Eén methode, eindeloze uitleg waar nodig, strakke orde. Toen gingen er af en toe lampjes branden. Dat had ik namelijk nodig: eindeloze uitleg en herhaling. Geduld. Orde in de chaos van de sommen en mijn hoofd.

Oja, en voor wie zich zorgen maakt om de staat van het Nederlandse onderwijs kan ik nog meedelen dat ik breuken inmiddels begrijp. Ik kreeg het namelijk uitgelegd door een collega, voor ik het zelf aan de kinderen uitlegde. Best logisch allemaal, maar je moet het maar net kunnen snappen hè.

18 gedachten over “Kun je dat snappen?

  1. Die ervaring heb ik ook met het uitleggen van wis- en natuurkunde. Er zijn te veel leraren, fie het niet kunnen uitleggen, dat geldt soms ook voor gramatika. Waarschijnlijk hebben ze zelf het overzicht niet. Gelukkig had ik een hele lieve oude lerares die mij op de middelbare schoon geholpen had, en toen begreep ik weer alles. Eigenlijk was ik erg goed in wiskunde. En nog steeds. Maar hoe iemand iets uitlegt, en of hij begrijpt, waar jij het niet begrijpt, is heel belangerijk. ( maar dat was al het thema van een andere post van jou). Veel plezier!

    Like

    1. Ik weet niet of mensen soms niet kunnen uitleggen omdat overzicht ontbreekt. Ik denk eigenlijk ook dat mensen vaak dingen zelf zó vanzelfsprekend en/of simpel vinden, dat ze vergeten het in rustige stappen uit te leggen voor de mensen (zoals jij en ik;)) die er wat minder logica in zien.

      Like

  2. Jeetje zeg, een leraar die zegt dat het fout is dat je moeder je helpt. Alle hulp is meegenomen, en zeker als je het dan wel begint te begrijpen.

    Like

    1. Misschien kon hij het gewoon niet hebben dat mijn moeders didactische gaven groter waren dan die van hem. Zonder opleiding daarvoor;).

      Like

  3. Geloof het of niet, maar ik had vergelijkbare problemen met wiskunde. De enige oplossing was herhalen, herhalen en nog eens herhalen. En in de bovenbouw een wiskunde kiezen (toen nog A1, dat is nu C) waarbij ik samen zat met allemaal leerlingen die het niet snapten. Was ik in ieder geval niet meer de enige!

    Like

    1. Haha, ja A1. En dat vond ik nog best leuk ook! Herhalen was bij mij ook nodig, maar dat was me niet aan te zien, dus deed men dat niet.

      Like

  4. Ik had ook dat probleem in wiskunde, maar dan vooral in de eerste jaren middelbaar. Toen had ik een vriend die alles nog eens heel goed uitlegde met voorbeelden en thank God for that, want anders was ik waarschijnlijk nog steeds in het middelbaar! Vanaf het derde had ik ook een andere leerkracht die alles uitlegde op veel verschillende manieren en dat hielp wel.

    Geliked door 1 persoon

  5. Er zijn natuurlijk altijd meerdere manieren lesstof uit te leggen, ieder kind leert weer anders maar zolang je iets niet begrijpt valt er niet te leren. Dat lijkt me het eerste dat een leerkracht voor elkaar moet zien te krijgen, dat het begrepen wordt, hóe hij/zij dat voor elkaar krijgt moet hij/zij zelf ontdekken omdat ieder kind anders is, dat is z’n vak tenslotte!.

    Like

  6. Ik liet destijds als enige van de klas wiskunde vallen na vwo 4 in een tijd waarin het advies Kies Exact was. Maar ik snapte er echt niets van. En dan zei de leraar: je moet zeggen wát je niet snapt, maar zelfs dat kon ik dus niet!

    Like

    1. Dat kán dus ook niet. Je kunt pas zeggen wat je niet snapte op het moment dat je het snapt. Phoe, daar kan ik wel een poosje over filosoferen, over die zin;).

      Like

  7. Die kloteleraar van mij zei dat wiskunde niet voor vrouwen was, ik kreeg bijles van de dochter (!) van de directeur die het me wel wist uit te leggen. Vond ie niet leuk en dus moest ie klieren, vrouwen horen achter het aanrecht zo’n vent was het. Toen ik bekant het huis uti ging had mn vader een vriendengroep. Daar kwam een man bij, leraar blablabla mn vader vond hem geweldig. Toen zei ik zijn achternaam en dat het een klootzak was. Die vriendschap is in de kiem gesmoord.

    Like

    1. Neeeee, idioot, dat soort opmerkingen! En ik kan me voorstellen dat je niet blij was met die vriendschap.

      Like

  8. Oh dit zou mijn verhaal kunnen zijn. Behalve dat ik geen autisme heb. De breuken heb ik altijd begrepen en ik kan goed cijferen en hoofdrekenen. Maar de verhoudingen bijv. ik kon een verhoudingssom wel uitrekenen, maar ik snapte er niks van. Wiskunde is drie jaar lang ellende geweest, tot ik gematst werd door een lieve wiskundeleraar die andere talenten herkende. Door hem ging ik over naar Havo 4 en kon ik wiskunde laten vallen. Op de PA kreeg ik natuurlijk ook rekenen en ik kwam een heel eind, tot we zonodig in een ander talstelsel moesten werken. Onbegrijpelijk. Die verhoudingen heb ik trouwens pas begrepen toen ik zelf voor de klas stond. Ik heb lang in het speciaal onderwijs gewerkt, met kinderen met autisme, en die verhaaltjessommen waren mij een doorn in het oog. Evenals de manier van cijferen, staardelingen en xsommen onder elkaar. Eindeloos bezig zijn, met een minder resultaat

    Like

    1. Ja, dat andere getallenstelsel kregen wij ook. Dat vond ik dan gek genoeg weer wél leuk. Totdat we moesten vermenigvuldigen ‘in die wereld’. Dat lukte me niet. Ik heb ooit iemand gezien die in het speciaal onderwijs voor de kinderen de som uit het verhaaltje haalde. Hadden ze ineens alles goed. Je meet met die verhaaltjessommen echt het begrijpend lezen en niet de rekenvaardigheden. Rekenen konden ze wel, zo bleek. Ik snap je frustratie dus helemaal.

      Like

Reacties zijn gesloten.